Ga naar de inhoud
Maak direct een afspraak

Frozen Shoulder

Een frozen shoulder kan zonder aanleiding ontstaan maar kan ook een gevolg zijn van een (slijmbeurs)ontsteking. Door de ontsteking ontstaat er een verkleving van het schouderkapsel wat pijn veroorzaakt en tevens gepaard gaat met een bewegingsbeperking van de schouder. De pijn kan uitstralen naar nek en arm. Een Frozen Shoulder komt overwegend meer voor bij vrouwen tussen 40 en 70 jaar, diabetes-patiënten en patiënten met een schildklierafwijking wat doet vermoeden dat het met de hormoonhuishouding te maken kan hebben. Maar ook mensen met de Ziekte van Parkinson hebben een verhoogd risico.

Klachtenbeeld

Een Frozen Shoulder is een klacht welke langdurig kan aanhouden, minimaal 6 weken tot zelfs 2,5 jaar. Er zijn 3 fases te onderscheiden welke een verschillende mate van pijn en bewegingsbeperking.

  1. Fase I; de eerste fase van een Frozen Shoulder kan 6 weken tot 9 maanden duren en wordt ook wel de bevriezende fase genoemd. De pijn staat in deze fase op de voorgrond en de beperking van beweging valt nog enigszins mee. Veelal ‘s nachts zal er een stekende pijn in de schouder aanwezig zijn en ook bij het roteren van de arm ervaart men pijn.
  2. Fase II; de tweede fase wordt ook wel de bevroren fase genoemd en kan 2 tot 12 maanden duren. De pijn treedt wat meer naar de achtergrond maar de bewegingsvrijheid van de arm, in alle richtingen, wordt aanmerkelijk minder. Vandaar de naam Frozen Shouder, het is alsof de schouder is “bevroren”.
  3. Fase III; de laatste fase noemt men ook wel de ontdooiingsfase, welke 2 tot 12 maanden duurt, omdat de schouder langzaamaan weer beter begint te bewegen.

Overige, ook vaak voorkomende klachten zijn:

  • Diffuse pijn in rust, hevige pijn bij bewegen.
  • Verstoorde nachtrust bij het liggen op de aangedane zijde (vooral in fase 1).
  • Pijn die uitstraalt naar de bovenarm en in sommige gevallen zelfs in de onderarm.
  • Snelle bewegingen van de arm geven heftige pijn.
  • Flinke bewegingsbeperkingen in meerdere richtingen leidend tot problemen bij bovenhandse werkzaamheden, en bij bewegingen waarbij men de hand op de rug moet brengen (vooral in fase 2).

Fysiotherapie

Het hoofddoel van jouw fysiotherapeut is het herstel van je beweging zodat je je activiteiten kunt uitvoeren en jouw rol in het leven kunt spelen. Zodra in het onderzoeksproces het stadium van je aandoening is vastgesteld, zal je therapeut een oefenprogramma maken dat toegesneden is op jouw behoeften. Het is gebleken dat oefening de beste remedie is voor mensen in fase 2 of hoger.

Fase 1

De fysiotherapeut zal je helpen om zoveel mogelijk bewegingsbereik te behouden en om de pijn te verlichten. De therapeut kan een combinatie van stretchoefeningen en manuele therapietechnieken gebruiken om je bewegingsbereik te vergroten. De therapeut kan ook beslissen om behandelingen zoals met warmte of kou te gebruiken om de spieren te helpen ontspannen voordat met andere behandelvormen wordt begonnen. De therapeut zal je een oefenprogramma voor thuis geven dat is ontworpen om te helpen bij het verminderen van het verlies van mobiliteit.

Fase 2

De behandelfocus zal op de terugkeer van mobiliteit liggen, waarbij de therapeut nadrukkelijker stretchoefeningen en manuele therapietechnieken toepast. Je kunt ook met krachtoefeningen beginnen en deze oefeningen worden ook in het oefenprogramma voor thuis opgenomen.

Fase 3

In het laatste stadium zal de therapeut zich richten op de terugkeer van de “normale” schoudermechanica en de terugkeer naar normale, alledaagse, pijnloze activiteiten. De therapeut zal doorgaan met stretchoefeningen, krachttraining en verschillende manuele therapietechnieken.

wwwebsite door Webba